
Om een goed beeld te krijgen van de feitelijke gang van zaken rond het faillissement van Oad en specifiek na 6 september 2013, wil de rechtbank in Utrecht dat Oad met extra bewijs komt en stelt voor dat de reisorganisatie hiervoor een aantal betrokkenen als getuige oproept. Een daarvan is de huidige minister van defensie, Ank Bijleveld, destijds Commissaris van de Koning.
Dat heeft de rechtbank in Utrecht woensdag bepaald in een tussenvonnis in de zaak die Oad had aangespannen tegen de Rabobank.
Er zijn getuigenverhoren onder ede nodig, zegt de rechtbank Midden-Nederland. De familie Ter Haar spreekt in een reactie van een ‘begrijpelijke, zorgvuldige en veelzeggende tussenstap in zaak Oad vs Rabobank’, aldus woordvoerder Jan Driessen namens de familie.
‘De familie Ter Haar is blij met dit tussenvonnis omdat dit een heel begrijpelijke, zorgvuldige en veelzeggende tussenstap is van de rechtbank Midden-Nederland in de zaak Oad tegen Rabobank. Hun advocaten De Waard/Sinke hebben gedurende de zitting ook nadrukkelijk op deze mogelijkheid tot waarheidsvinding gewezen. De rechtbank wil de zwalkende handelwijze van de Rabobank in die laatste weken heel precies en gedetailleerd vaststellen. Daarover zijn eerder schriftelijke en ondertekende verklaringen afgegeven, maar de rechtbank wil die terecht onder ede herhaald zien.’
Belangrijke getuigen zullen dus worden minister Bijleveld (toenmalig Commissaris van de Koning) en toenmalig Rabo-topman en huidig Raad van Bestuurs-lid Van Nieuwenhuizen.
De advocaten De Waard/Sinke hebben de rechtbank aangeboden om deze verhoren in aanwezigheid van een Officier van Justitie te houden.
Oad heeft eind september 2013 faillissement aangevraagd, nadat eerder al – op 6 september – de Rabobank de kredietrelatie met de Oad-vennootschappen had opgezegd. Na 6 september zijn er volgens Oad diverse ontwikkelingen geweest die door de Rabobank betwist worden. Volgens de reisorganisatie heeft een medewerker van de Rabobank aan Ank Bijleveld, toenmalig Commissaris van de Koning, in een telefoongesprek toegezegd dat Oad meer tijd krijgt om de verkoop van het busbedrijf rond te krijgen. Ook betwist de bank dat Oad in een telefoongesprek op 24 september 2013 om uitstel heeft gevraagd en dat Rabobank dat heeft geweigerd.
Kernvraag
De familie Ter Haar (Oad) eiste op 20 mei dit jaar voor de rechtbank in Utrecht een schadeloosstelling van 67 miljoen euro van de Rabobank. In die zaak heeft de rechter nu vonnis gewezen.
Kernvraag is en blijft wie er verantwoordelijk is voor het faillissement van de reisorganisatie in Holten in 2013. Volgens de familie Ter Haar is dat de Rabobank. Deze liet Oad met opzet omvallen om zijn eigen geld zeker te stellen.
De Rabobank ziet het anders. Volgens de bank was Oad niet meer levensvatbaar, met een omzet doe al jaren terugliep, van 840 miljoen euro in 2009 naar 575 miljoen euro in 2012, zo stelde bank op de zitting van 20 mei. Daarnaast zou Oad de slag om internet hebben gemist en te laat hebben ingezet op online verkoop, aldus de bank. Daarom wilde bank kort voor het faillissement meer financiële zekerheid.
Belangrijke vraag die op 20 mei aan de orde kwam was waarom de bank Oad/de familie Ter Haar in 2013 niet meer tijd gaf een deal af te ronden om het door de Rabo gevraagde eigen vermogen te versterken. Aanvankelijk vroeg de bank 10 miljoen euro, later werd dat bedrag verlaagd tot 7 miljoen.
De familie Ter Haar kon destijds 2,5 miljoen euro zelf ophoesten. De rest moest komen uit verkoop van het busbedrijf, waarna Oad zou verder gaan met alleen touroperating. De familie vond op het laatste moment een groep investeerders die voor 12 miljoen euro het busbedrijf wilde overnemen. Op zondag 22 september 2013 werd een akkoord bereikt.
De Rabobank ging in eerste instantie akkoord met de verkoop van het busbedrijf en zegde toe de kredietlijn weer open te stellen. Rabo eiste daarop echter dat de transactie binnen drie dagen volledig zou zijn afgerond.
De advocaat van de familie Ter Haar noemde dat bij de zitting op 20 mei ‘belachelijk en onhaalbaar’, ondanks de toezegging van de bank dat Oad minimaal een week de tijd zou krijgen. Juist hier kan een getuigenverklaring onder ede van getuigen, onder wie van minister Ank Bijleveld, meer uitsluitsel geven.
Conclusie van de advocaat van de familie (op 20 mei): ‘Er werd geen tijd gegund om de verkoop van het busbedrijf af te ronden. De Rabobank heeft haar extreme eigenbelang boven het belang van Oad gesteld.’
Het faillissement van (het oude) Oad is inmiddels zes jaar geleden, maar de juridische strijd tussen voormalig aandeelhouders de familie Ter Haar en voormalig huisbankier de Rabobank is nog niet voorbij. Bij het faillissement in september 2013 verloren 1.550 mensen hun baan.
Rabobank en voormalig aandeelhouders geven elkaar al zes jaar over en weer de schuld. ‘De advocaat van de familie Ter Haar stelde het scherp op 20 mei: ‘Als de Rabobank zich niet met Oad had bemoeid, had het bedrijf nu nog bestaan.’
Het is niet de eerste keer dat de familie Ter Haar naar de rechter is gestapt. Een eerdere claim van de familie Ter Haar, in 2015, werd op formele gronden afgewezen omdat de rechtbank oordeelde dat de familie Ter Haar geen claimrecht had. Dat was voorbehouden aan de curatoren.
Deze curatoren, Jacques Daniëls en Jeroen Stekelenburg, droegen het claimrecht daarom in 2017 over aan de familie Ter Haar. De curatoren wilden liever niet zelf tegen de Rabo procederen, vanwege de hoge kosten, de mogelijk lange duur van de zaak en de ongewisse uitkomst ervan. Afgesproken is dat een deel van de eventuele schadevergoeding naar de curatoren en via hen naar de schuldeisers gaat, mocht de familie Ter Haar succes hebben.