
Het inkomend toerisme in Duitsland heeft een goede zomer achter de rug. Tot en met september dit jaar werden ruim 62 miljoen overnachtingen van buitenlandse bezoekers geteld. Dat is 23 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar.
Met dat aantal is het Duits inkomend toerisme nog maar 2,2 procent verwijderd van de aantallen uit het recordjaar 2019.
Nederland is als altijd de belangrijkste buitenlandse markt voor Duitsland. Eveneens tot en met september werden 9,4 miljoen overnachtingen van Nederlanders geteld. Dat is 13,2 procent meer dan dezelfde periode vorig jaar.
De cijfers gelden voor accommodaties vanaf tien bedden.
Michaela Klare, directeur van het Duits Verkeersbureau in Amsterdam, maakte de cijfers dinsdag bekend tijdens de geslaagde ReisMarkt in het DoubleTree by Hilton in Amsterdam.
Ruim 50 bezoekers uit de branche waren op het event aanwezig om te netwerken met 28 partners uit Duitsland.
Daarbij werd tegelijk alles over de nieuwe campagne #stayalittlebitlonger uit de doeken gedaan. De Deutschen Zentrale für Tourismus (DZT, het nationale verkeersbureau, red.) wil het verblijf per bezoeker verlengen door te wijzen op de extra mogelijkheden om een verblijf in Duitsland met één of twee nachten te verlengen. Dat kan bijvoorbeeld door een citytrip te verlengen met een verblijf in een naburige stad, zoals Keulen en Bonn.
De 28 partners uit Duitsland droegen tips aan om een langer verblijf te stimuleren. De gemiddelde verblijfsduur van de Nederlandse toerist in Duitsland is nu 5,7 dagen.
Klare: ‘Duitsland blijft verrassend, betaalbaar en dichtbij.’
Na Nederland is Zwitserland de tweede buitenlandse markt (5,2 miljoen overnachtingen), gevolgd door de Verenigde Staten (4,9 miljoen gastnachten).
De grootste bezoekersgroep wordt gevormd door Duitsers zelf, die er graag in eigen land op uitgaan. Tot en met eind september werden 319 miljoen overnachtingen van Duitsers zelf geteld. Dat is een stijging van bijna 7 procent.
Foto: Michaela Klare, directeur van het Duits Verkeersbureau in Amsterdam.