
Het zou een leuk onderzoek zijn voor Rijkswaterstaat om te kijken of het Nederlands wegdek op de routes vanuit Frankrijk lager ligt dan de snelweg aan de andere kant die naar het Zuiden gaat. Want laten we wel wezen, de auto komt altijd zwaarder terug. Je weet wel, met de heerlijkheden van de buitenlandse supermarkt.
Ook bij mij was het weer raak. Ik was op een korte trip naar Frankrijk om in ieder geval een dag iets Olympisch te kunnen zien. Het werd dameswaterpolo en we genoten, in combinatie met een minuscule Tour de France langs buitenhuizen en brandstapels van Claude Monet, Jeanne d’Arc en Alexandre Dumas. Maar het is namedropping, ik kwam daar stiekem helemaal niet voor.
Ik heb al eerder betoogd dat de buitenlandse supermarkt gezien moet worden als Volkenkundig Museum. Het geeft een ideale en eerlijke blik op de culinaire ziel van een land en vormt tevens de ideale souvenirwinkel. En het is er altijd lekker koel. Ik sal het nooit over. Sterker nog, soms is het de missie, zeker vlak voor Kerstmis. Op vul-de-kofferbakafstand is het Duitse Rewe een hit, Conad heeft megabrokken Parmesaanse kaas en Valpolicella, de lekkerbekende Belg Delhaize is helaas te duur geworden en het Britse Waitrose heeft Steak & Guinness Pie en Newcastle Brown Ale.
Maar, o mon Dieu, het goud gaat naar het land van de Monoprix, de Intermarché, Géant Casio en, de primus inter pares, de Carrefour! Het liefst een Hypermarché. Als Carrefour Real Madrid is, dan is Albert Heijn Telstar, op een goede dag.
We hebben het hier over een driedubbele sporthal vol met het beste uit de streek, geweldig vlees, vers fruit, kant en klare maaltijden die de kerst waardig zijn, 32 soorten mosterd, drie gangpaden met Franse wijn, die stuk voor stuk beter zijn dan je ooit in een Nederlandse super zal vinden. Ze verkopen ons alleen de bocht, die Harold Hamersma toch wel een 8.5 geeft. Weten Nederlanders veel. Maar het allermooiste is de enorme Franse kaasafdeling. Een tentoonstelling van epicurisme. Dit is geen kaasafdeling, maar een kraamafdeling, met het mooiste wat koe, geit en schaap ons te bieden heeft. Meestal ga ik op mijn knieën om beter te kijken wat er allemaal te genieten valt, alsof ik de Epoisses ten huwelijk ga vragen. Of toch de Maroilles?
Met een autootje vol heerlijke wijn, Bourgondische mosterd, saucisses, olijven en Marseillaanse zeep rijd ik dan bitterzoet terug naar het barre land van die zuurpruim Calvijn. Waar anderen een buitenhuis in de Provence willen, daar wil ik wonen in de Carrefour.