
Het pleidooi van ANVR-directeur Frank Oostdam voor meer flexibiliteit rondom schoolvakanties krijgt bijval van Jos Vranken, algemeen directeur van het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC).
‘Er lijkt steeds meer behoefte aan vakantiespreiding te zijn. Dit kan zorgen voor meer keuzemogelijkheden en lagere prijzen voor consumenten’, zegt Vranken in een toelichting bij het NBTC-rapport over vakantieplannen.
Oostdam pleitte vorige week voor de inzet van een aantal ‘flexdagen’ om de vertrekdruk bij de start van een schoolvakantie te spreiden.
‘Hiermee wordt vakantiedrukte beter gespreid op wegen en luchthavens, maar ook op de bestemmingen zelf. Daar kunnen ze de toenemende belangstelling soms niet meer aan in het hoogseizoen, waardoor bezienswaardigheden vaak niet meer spontaan kunnen worden bezocht. Rondom de meivakantie is al sprake van meer flexibiliteit in aantal weken, maar vooral de inzet van een aantal ‘flexdagen’ kan heel goed werken.’
Volgens Oostdam is het inzetten van flexdagen in Zwitserland al een succes. Hier kunnen leerlingen van het primair- en voortgezet onderwijs per jaar twee zogenaamde jokerdagen inzetten. Deze zijn vrij inzetbaar, zonder opgaaf van reden.
De flexdagen worden overigens niet door iedereen gebruikt, maar de mogelijkheid bestaat als dat nodig is.
De ANVR doet een oproep aan de vier formerende partijen om de mogelijkheid van het inzetten van ‘flexdagen’ serieus te bekijken. Ook het stimuleren van duurzamere vormen van vervoer (bus, trein) vraagt om ruimere mogelijkheden.
Vranken van het NBTC noemt vakantiespreiding ook voor ondernemers interessant. ’Het kan zorgen voor meer bezoek buiten het hoogseizoen. Zo leveren bezoekers ook een waardevolle bijdrage buiten de piekmomenten om. Momenten waarop het vaak al erg druk is en accommodaties bijvoorbeeld al vol zitten. Ook kan spreiding de druk op steden en regio’s verlichten. Het is duidelijk dat we meer inzicht moeten krijgen in de effecten ervan en de maatregelen die daarbij passen, zoals flexibilisering van vakanties. Daarover moeten we als sector het gesprek met elkaar en ook het onderwijs aangaan.’ (Foto Shutterstock).