
Het zal nog wel even duren voordat antwoord kan worden gegeven op de vraag of iemand schuld heeft aan het faillissement van Oad. En in het vervolg daarvan, wie dat dan is. Dat is in grote lijnen de conclusie van de curatoren Jeroen Stekelenburg en Dignus Meulenberg, die dinsdag hun achtste faillissementsverslag hebben gepresenteerd.
De curatoren hebben zich de afgelopen zes maanden vooral beziggehouden met onderzoeken die zij eerder zijn begonnen. Veel tijd en aandacht is besteed aan onderzoek naar de rol van huisbankier Rabobank. Ook werd onderzoek gedaan naar de administratie en naar het optreden van het bestuur en van de toezichthouders. Ook werd nader gekeken naar het mislukken van het software project Dutch Mountains, dat Oad 25 miljoen euro kostte.
Geen van de onderzoeken is op dit moment afgerond, waardoor het ook niet mogelijk is om resultaten ervan te publiceren, zeggen de curatoren. Zij kunnen ook niet aangeven op welke termijn de onderzoeken wel afgerond zijn. Daarnaast is gewerkt aan een aantal debiteurenkwesties, financiële afwikkelingen en aan de verkoop van nog resterend onroerend goed. Het resultaat is dat aan het saldo van de boedelrekening een bedrag van circa 350.000 euro kon worden toegevoegd.
De curatoren benadrukken dat zij, zoals ze het zelf zeggen, het ‘low hanging fruit’ hebben geplukt en nu tijd investeren in de mogelijke opbrengsten van een aantal complexe dossiers die veel tijd vergen.
De volgende faillissementsverslagen staan gepland voor 1 mei 2017. Het ‘oude’ Oad ging in september 2013 failliet.